Twaalfde verslag: Gili's, Padangbai en Sulawesi

14 december 2011 - Lovina, Indonesië

 

Op weg naar onze volgende bestemming; met de bus vanuit Ubud naar Padangbai. De snelboot bracht ons in een recordtijd van nog geen twee uur (was een rustige zee) vanuit de haven van Padangbai  naar Gili Trawangan, het grootste van de drie (kleine) eilanden vlak voor de kust van Lombok. Gili Trawangan staat bekend als het party eiland, omdat hier het meeste te doen is. Vorig jaar waren we op Gili Air,  en Tjeerd was al eerder op Gili Meno geweest, dus we wilden nu Trawangan wel eens proberen. We kozen een klein hotel buiten het drukke gedeelte, maar hadden ons verkeken op één tent waar ‘’toevallig’’ die avond live reggae muziek werd gespeeld, met een bas die overal doorheen dreunde, tot diep in de nacht, en dat op relatief korte afstand van ons onderkomen. Daar hadden we niet zoveel zin in, dus verkasten we de volgende dag naar Karma Kayak, een leuk klein hotel van twee Nederlandse vrouwen, aan de veel rustigere noordkust. We hadden hier de eerste dag op onze fietstocht langs de kust van het eiland (ben je in een klein uurtje rond) al wat gedronken en gekletst, en het leek ons heel leuk. Dat bleek ook zo te zijn. Met paard en wagen en onze bagage dus naar Karma Kayak. Op de Gili’s is geen gemotoriseerd verkeer, alleen fietsen en horse carts. Verder prachtige witte stranden, azuurblauwe zee, en mooie vissen. We zijn nog een dagje met de boot erop uit gegaan naar Gili Air, waar we onze vrienden Ana en Sup opzochten. Sup werkte vorig jaar in het hotel waar wij toen verbleven, en hij was heel behulpzaam toen ik (Hetty) mijn vlucht naar huis moest vervroegen omdat mijn vader ernstig ziek was. Mede dankzij Sup lukte het om de volgende dag al naar huis te vliegen, en we waren erg blij met zijn hulp. Wij zijn toen ook bij Ana en Sup thuis uitgenodigd, en hebben uitgebreid (mee) gegeten (het was tijdens de Ramadan, en het was een echte feestmaaltijd na zonsondergang). Vanaf Gili Air gesnorkeld, op een tiental meters van het strand zwemmen de prachtigste vissen. Bij Karma Kayak (ook hier hadden we wifi, evenals op veel andere plekken op het eiland, dat is ook hier snel uitgebreid. Inmiddels zijn er ook drie ATM’s, vorig jaar maar eentje, en die deed het blijkens de berichten, vaak niet) was het goed vertoeven. Heerlijk rustig, mooi strand en ook mooi snorkelen vlakbij ‘’huis’’, zelfs een grote turtle gespot.  En de laatste avond ook nog een prachtige zonsondergang, waarbij het leek of de zon in de zee zakte, maar dat moest toch echt land zijn (Bali). Na vier nachten laadden we onze rugzakken weer in de horse kart op weg naar de haven. De zee was iets minder glad dan op de heenweg en het was af en toe een behoorlijke bumpy ride terug naar Bali. Padangbai is voor Tjeerd echt thuiskomen; hij verbleef hier in 2003 zes weken tijdens zijn eerste lange reis. Noodgedwongen, omdat toen de Irak oorlog was uitgebroken en Sars problemen gaf, waardoor werd afgeraden om te reizen in bepaalde landen, incl. Indonesië.  Maar Bali was veilig gebied. En hij heeft van de nood een deugd gemaakt en een prima tijd gehad, en vrienden gemaakt. Niet in de laatste plaats omdat hij daar ook een helpende hand heeft geboden, onder andere in het laten aanleggen van een waterput voor Ilou en haar familie. Zodat ze niet meer naar de buren hoefden daarvoor. In Padangbai zijn we twee dagen gebleven, en hebben natuurlijk Ilou en familie bezocht, op het strand, waar ze dagelijks te vinden is om sarongs en massages aan te bieden aan toeristen. Ook haar moeder is daar met een eigen warong (eettentje), waar we een lekker vers visje hebben verorberd. Jammer dat we er geen foto van hebben, maar we zijn op de brommer met de twee zoontjes van Ilou tussen ons in, naar het strand gereden. En toen was het tijd voor ‘’something completely different’’: een weekje Sulawesi. Met Lion Air, één van de low cost carriers in Azië, vlogen we in ruim een uur van Denpasar naar Makassar, ook wel Ujang Pandung genoemd in het zuid westen van Sulawesi. In Makassar zelf bleven we maar één nacht, want afgezien van de oude haven (waar de oude houten Bugis schepen nog handel drijven, evenals in Jakarta, maar die haven is indrukwekkender) en Fort Rotterdam (Makassar was een zeer belangrijke handelspost voor de specerijen en andere handel van de VOC), is er niet veel te zien. Het fort werd bovendien gerenoveerd, dus we konden bijna nergens in. Dé belangrijkste toeristische trekpleister in dit gedeelte van Sulawesi is Tana Toraja. Toraja land ligt op zo’n 300 km van Makassar, maar je doet er met de auto wel zo’n acht uur over. We deden dit in twee etappes, met een overnachting in Parepare (niet echt noemenswaardig, wat we vooral hebben onthouden is de herrie van de moskee of meerdere moskeeën, in de verte. Waarom ze daar toch al die luidsprekers hebben staan???). Het is overigens ongelooflijk hoeveel moskeeën je tegenkomt. In het meest onooglijke plaatsje, staat er minstens één, veelal meerdere. Daarbij zijn het niet de eerste de beste gebouwen, glimmend, veelkleurig en goed onderhouden.

De Toraja’s daarentegen, zijn overwegend christelijk. Als je hun ‘’land’’ binnenkomt (echt door een soort poort, zie foto), zie je her en der kleine witte kerkjes tegen de bergen geplakt, veelal met een kruis erop en soms ook met een haantje op de toren. Het landschap is prachtig, bergachtig, met veel rivieren en vooral overal de bijzondere daken van de Toraja huizen en rijstschuren: in de vorm van een boot. Met wat fantasie kun je er ook de horens van een buffel in zien, en het is onduidelijk of hun bijzondere architectuur geïnspireerd is op een boot of een buffel. De laatste speelt wel een hoofdrol in het leven van de Toraja’s. Rijkdom en status worden uitgedrukt in het aantal buffels dat je hebt, en dat is dan weer duidelijk te zien aan de horens die aan de façades van het huis worden bevestigd. Al die buffels spelen de hoofdrol bij begrafenissen, eerst levend en dan dood. Het klinkt wat wrang, maar in a nutshell zou je kunnen zeggen dat het leven van de Toraja’s draait om de dood. In die zin, dat het ritueel rond begrafenissen uitermate belangrijk is. Iedereen komt bij elkaar in het familiehuis, buren, vrienden, kennissen etc., en brengt giften mee. De meest gewaardeerde gift is een buffel of een varken, en die worden dan op een speciale dag (zo’n begrafenis ritueel duurt meerdere dagen) geslacht. Wij zijn op zo’n begrafenis geweest, maar niet op die dag, dat zagen we niet zitten (is een behoorlijk bloedig ritueel schijnt, waar vele buffels en varkens worden gedood), maar op de dag dat iedereen langskwam om z’n condoleanties  aan te bieden, samen met de geschenken. We werden uitgenodigd om bij de familie te komen zitten, dat hebben we gedaan. Ze wilden graag dat we bleven mee-eten, maar dat zagen we niet zo zitten (gekookt buffelvlees in een grote pan…). De Toraja’s ‘’begraven’’ hun doden van oudsher boven de grond. Ze hakken gaten in de rotsen (in groten getale aanwezig in het bijzondere landschap). Of – een meer moderne versie – ze bouwen een soms prachtige stenen graftombe tegen een rots aan, vaak weer met zo’n typisch Torajadak. Ook werden de kisten vaak opgehangen aan de rotsen, z.g. de hangende graven. Vele daarvan zijn in de loop der jaren/eeuwen naar beneden gevallen en je ziet dan deels open kisten, met stapels beenderen. Een ander bijzonder onderdeel rond deze rituelen, zijn de z.g. tau tau poppen;  een houten pop naar de beeltenis van de overledene, die dan weer voor het graf in de rots werd geplaatst. Dat was overigens niet voor iedereen weggelegd, alleen voor de Toraja’s van de hogere klassen, die minstens 80 (daar zijn ze weer) buffels moesten slachten! Een gigantisch kapitaal dus.  Zoals gezegd zijn de meeste Toraja’s inmiddels christen (Pinkstergemeente), maar ze hebben veel van hun oude gewoontes geïntegreerd met het christelijk geloof. En voor de begrafenissen komt echt iedereen van de familie over voor het grote ‘’feest’’. Er is nog wel meer over deze Toraja’s te schrijven, maar dan wordt dit verhaal wat te lang. Google er maar op, als je meer wilt weten. Naast de cultuur is het landschap ook adembenemend mooi. We hadden ons dit keer de luxe van een auto met privé chauffeur gegund vanuit Makassar, dus we konden er op uit wanneer en hoe we wilden.

Terug naar Makassar hadden we nog één stop met overnachting in Sengkang, waar een groot meer was in een z.g. wetland gebied. Daar hebben we een prachtige boottocht van bijna drie uur gemaakt, best spannend af en toe. Het is een echt watergebied (de Biesbosch is er niets bij), met veel drijvende planten en onze bootsman was zelf af en toe (leek het, want hij sprak geen Engels) de weg kwijt. Heel indrukwekkend was het drijvende dorp, met een tiental huizen ergens midden in deze waterwereld. Wat doen die mensen hier, denk je dan. Het meer, Danau Tempe, is ook een El Dorado voor vogelliefhebbers, hoewel je er dan natuurlijk niet met een motorboot doorheen moet scheuren. Vervolgens een lange reisdag en weer terug op onze homebase (zou je bijna kunnen zeggen): Bali. Twee nachtjes in Sanur, waar ook Ruttien en Hester, vrienden uit Nederland inmiddels verblijven. Morgen stappen we samen in de auto naar Lovina, voor het vervolg van onze vakantie en ook om nog wat werk voor de stichting te doen. We komen dan ook langs het huis dat gebouwd wordt voor Kadek, één van de sponsorkinderen.. We zijn benieuwd, hebben al wat foto’s ontvangen, het is zo goed als klaar!  

Veel liefs vanuit Sanur,

Tjeerd en Hetty

 

Foto’s

3 Reacties

  1. Deborah:
    14 december 2011
    Prachtig om te lezen over hun cultuur & de rituelen, en ook zeker mooi dat die rituelen (hoe bloederig en cru dat voor ons dan ook mag lijken) nog in stand worden gehouden. Heel bijzonder dat jullie zo'n begrafenis mee hebben mogen maken zeg.
    Hele mooie foto's ook weer! Stanzi vertrekt ook morgen al - veel familie vlucht toch naar het mooie zuid-oost Azie deze winter hoor!

    Geniet er lekker van!
  2. Hans:
    14 december 2011
    Een heel verslag weer, maar het is erg leuk om er zo toch een beetje bij te zijn. Ook leuk zoals alle verschillende culturen en rituelen beschijft.

    PRETTIGE FEESTDAGEN EN EEN GEZOND 2012!!
  3. Wim Winkel:
    14 december 2011
    Hoi Hetty en Tjeerd,

    Wat leuk om te lezen, een heel verhaal weer, ook mooie foto's.
    Bij ons loopt alles op rolletjes, Stefke en ik zijn over ruim een week 2 weken vrij, Thomas is voor werk naar Oostenrijk en daarna door naar Slovenië, hij komt al het goed is as. weekend thuis.

    We wensen jullie nog een fijne reis en ook fijne feestdagen.

    Groeten,
    Stefke en Wim